Zoetwatervissen
Er zijn 31 soorten zoetwatervis die endemisch zijn in Nieuw-Zeeland.
- De New Zealand Longfin Eel is een paling die heel langzaam groeit. Het duurt gemiddeld 23 jaar voor een mannetje om geslachtsrijp te worden en ze zijn dan maximaal 73.5 centimeter, voor vrouwtjes is het 20 tot 60 jaar en die zijn dan maximaal 1.56 meter lang. Het oudste bekende vrouwtje is 106 jaar oud geworden en woog 24 kilo. Ze hebben een anadroom paringssysteem, ze groeien op in zoet water en trekken richting zee om te paren. Dat gebeurt waarschijnlijk ergens bij Fiji en Tonga op grote diepte. De eitjes drijven naar het oppervlak waar de doorzichtige larven uitkomen, deze drijven vervolgens met de stroming mee naar Nieuw-Zeeland, iets wat 15 maanden kan duren. Langs de kust in riviermondingen veranderen ze in glasaaltjes en krijgen ze langzaam kleur, als ze hun kleur helemaal hebben heten ze elvers, deze zwemmen en klimmen vervolgens de rivier op en zoeken moerassen en ondiepe meren om volwassen te worden. Ze gaan dood na het paren en dus keren volwassen exemplaren nooit terug naar Nieuw-Zeeland. Ze komen in heel Nieuw-Zeeland voor in alle wateren die met de zee in contact staan.
- En dan zijn er Bullies, de Bluegill Bully, Common Bully, Giant Bully en Redfin Bully worden geboren in rivieren maar trekken als larve naar de zee om later weer terug te keren naar de rivieren. De Upland Bully en Cran's Bully blijven hun hele leven in de rivier. Ze zijn tussen de 5 en 25 centimeter lang en eten vooral onderwaterinsecten. Ze komen op het Noorder- en Zuidereiland voor, maar nooit verder als een paar kilometer landinwaarts.
- Het Galaxias geslacht in Nieuw-Zeeland kent 20 endemische soorten en 2 inheemse soorten. De meeste heten Galaxias maar er zijn ook soorten met andere namen als Inanga, Kokopu en Mudfish. Ze hebben één gezamenlijke eigenschap, ze hebben namelijk allemaal geen schubben maar een leerachtige, slijmerige huid. Ze zijn 7 centimeter, de Lowland Longjawed Galaxias, tot 45 centimeter, de Giant Kokopu, en leven vooral van onderwaterinsecten en knutten. De meesten hebben een klein leefgebied zoals één of een paar riviermondingen, vooral in Otago op het Zuidereiland leven er veel in de Taieri River. Sommige kunen heel goed klimmen en zijn vaak hoog boven watervallen te vinden. Dit klimmen doen ze als je nog jong zijn door gebruik te maken van oppervlakte spanning van vochtige oppervlakken, zo kunnen ze ook uit emmers en aquaria klimmen.
- De Dwarf Inanga leeft in 11 meren die afgesloten zijn van de zee. De Giant Kokopu concurreert met de Bruine Forel en houdt daarmee deze vis, die gezien wordt als plaag, een beetje tegen. Mudfish leven in moerassen en verblijven in modder wanneer het water opdroogt, ze komen vooral voor op het Noordereiland.
- De Koara, Inanga en de drie soorten Kokopu zijn alle 5 whitebait vissen. Ze leggen eitjes tussen gras langs de kust tijdens de lente vloed, bij de volgende lente vloed kome de eitjes uit en spoelen de larven de zee in waar ze tussen het planton leven. Na 6 maanden veranderen de larven in jonge doorzichtige visjes en trekken ze naar de kust om de riviermonding in te zwemmen...en daar worden ze gevangen. Er gelden strikte regels om te zorgen dat genoeg whitebait het overleefd en de rivieren op kunnen zwemmen. Whitebait is een seizoensgebonden delicatesse in Nieuw-Zeeland, ze worden het vaakst gegeten als Whitebait fritter, een omelet met Whitebait. Het is de duurste vissoort wanneer ze verkrijgbaar zijn.
- De Torrent Fish is de enige in z'n geslacht en familie. Ze worden ongeveer 15 centimeter lang.
- De Black Flounder, een schol, komt voor in ondiepe meren inlands en zoet water meren langs de kust. Ze worden 20 tot 45 centimeter lang.
- De New Zealand Smelt en Stokell's Smelt komen voor in ondiepe rivieren en riviermondingen. Ze worden 8 tot 13 centimeter en 7 tot 9 centimeter groot. Opvallend is dat ze naar komkommer ruiken en dus ook wel Cucumber Fish heten.
En dan zijn er nog vele soorten vissen die op andere plaatsen ter wereld voorkomen of geïntroduceerde vissen die vooral als voedsel bron moesten dienen. Tegenwoordig zijn deze voor de sportvisserij heel interessant, Nieuw-Zeeland is een Mekka voor sportvissers. Vooral de Brown Trout en Rainbow Trout zijn populair en doen het goed in de Nieuw-Zeelandse rivieren.
- De Salmon en Trout familie, zalm en forel, bestaat uit de Rainbow Trout, Sockeye Salmon, Chinook Salmon, Atlantic Salmon, Brown Trout, Brook Char en Mackinaw en zijn geïntroduceerd door vroege kolonisten
maar niet allemaal met succes. Ze kunnen herkend worden aan hun kleine schubben, een lijn aan de zijkant van hun lichaam en een kleine extra rugvin tussen de grote rugvin en de staart. Aan de grootte van de buikvin is te zien met welke soort forel of zalm je te maken hebt. Sommige van deze soorten hebben een oceaan fase en een rivier fase waarbij ze er heel anders uitzien. Hun eitjes leggen ze in kuiltjes die ze graven op de bodem van de rivier, de Sockeye en Chinook gaan dood na het kuitschieten, de rest kan meerdere malen eitjes leggen. De Brown Trout, Rainbow Trout en Brook Char komen in veel rivieren i Nieuw-Zeeland voor, de Brook Char minder dan de andere twee en op grotere hoogte. De Mackinaw, Atlantic Salmon en Sockeye Salmon komen alleen op het Zuidereiland voor. Er zijn geen forel kwekerijen in Nieuw-Zeeland, wel een paar zalm kwekerijen maar die beperken zich voor tot recreatie doeleinden.
- De Carps familie, karpers, bestaat uit de Goldfish, Grass Carp, Koi Carp, Silver Carp, Orfe, Rudd en Tench. Ze zijn te onderscheiden door hun grote schubben, geen extra vin tussen de rugvin en de staart en baarddraden rond de mond. Ze hebben geen tanden en eten dus vooral planten, de Grass Carp en Silver Carp zijn naar Nieuw-Zeeland gehaald om algen en andere waterplanten onder controle te houden maar juist die twee karpers komen niet in het wild voor. De Goldfish, Rudd en Tench komen op zowel het Noordereiland als Zuidereiland voor, de rest alleen op het Noordereiland. Ze leggen hun eitjes tussen waterplanten en leven het liefst in meren en langzaam stromende rivieren.
- De Live Bearers familie bestaat uit de Gambusia of Mosquitofish, Caudo, Sailfin Molly, Guppy en Swordtail en zijn kleine visjes die geen eitjes leggen maar levende jongen krijgen, ze hebben een lange, zachte rugvin en geen lijn aan de zijkant van hun lichaam. Vrouwtjes zijn groter dan mannetjes. Alleen de Gambusia komt veel voor in Nieuw-Zeeland en heet ook wel Mosquitofish omdat hij heel veel muggenlarven eet, de rest heeft warm water nodig en komen dus alleen op het centrale Noordereiland voor bij warm water bronnen.
- De Brown Bullhead Catfish, een meerval of katvis, is de kleinste soort meerval met een lengte van 20 tot 30 centimeter. Ze zijn donkerbruin tot olijfgroen met een lichtere zijkant en buik. Hun huid is erg glad en hun ogen zijn relatief klein, ze hebben acht snorharen rond de mond. Hun rugvin heeft een giftige stekel die pijnlijk kan prikken, ze kunnen lang uit het water overleven. Ze gebruiken hun snorharen om prooi te vinden in de modder. De mannetjes bewaken de eitjes en de jongen tot een week nadat ze uit zijn gekomen. Ze komen vooral in de Waikato River voor maar ook in Lake Taupo en sommige andere meren.
- De Australian Longfin Eel is over komen zwemmen uit Australië en leeft
nu in de Waikato River maar kan inmiddels ook tot andere rivieren zijn
doorgedrongen.
- De Estuarine Triplefin is een klein visje te herkennen een drie rugvinnen. Ze zijn 8 tot 10 centimeter groot. Ze komen in riviermondingen voor en zwemmen nooit verder de rivier op dan het getij toelaat.
- De Perch is een middelgrote vis die te herkennen is aan twee rugvinnen waarvan de voorste 13 tot 17 scherpe stekels heeft. De kieuwen hebben ook een scherpe platte stekel. An de zijkant van hun lichaam zitten zes of meer zwarte strepen. De gemiddelde Perch is 1 a 2 kilo en makkelijk te vangen, daarom zijn ze leuk voor kinderen maar niks voor volwassen vissers. Ze eten insectenlarven en kleine visjes.
- De Dart Goby komt alleen in Northland en op Great Barrier Island voor en komt oorspronkelijk uit Australië. Ze zijn slechts 4 centimeter groot en lijken op Bullies maar zijn te onderscheiden doordat er geen opening zit tussen de twee rugvinnen en ze hebben hele kleine schubben.
- De Mullet zijn twee soorten van, de Grey Mullet en de Yelloweyed Mullet. Het grote verschil tussen de twee is de kleur van de ogen en een vergroeiing van het ooglid. Ze worden gemiddeld 50 centimeter land en zijn erg populair bij zowel commerciële- en recreatievissers. Het zijn zout water vissen die over de hele wereld voorkomen en Nieuw-Zeeland ligt aan de rand van hun verspreidingsgebied. Ze komen eigenlijk alleen op het Noordereiland voor en dan vooral in de Waikato River die ze een heel eind op zwemmen, om te paren moeten ze echter wel terug naar zee.
- De Lamprey is een eng beest zonder vinnen en met een ronde zuigmond met een paar rijen tanden en een tong met stekels. Ze zijn kaakloze vissen die zich voeden door eten van stenen te schrapen of door zich vast te zuigen aan andere vissen en een stukje vlees en bloed op te eten. Ze worden niet door iedereen gezien als vissen. Ze leven langs de kust en in zoet water hoewel sommige ook wel de open zee op gaan. Ze hebben geen schubben maar een slijmerige huid en leven in gaten in de bodem. Ze worden tussen de 13 en 100 centimeter lang.
Zoutwatervissen
In zee is het een stuk drukker qua endemische soorten, echter is er over veel van de vissen weinig bekend. Veel zijn zeldzaam of leven op te grote diepte om er veel over te weten te komen. Van de ruim 1000 soorten zoutwatervissen is 11% endemisch, veel daarvan zijn vissen die in ondiep water vlak langs de kust leven, van de 270 soorten zijn er 25% endemisch.
Veel soorten leven in de kustwateren rond zowel het Noordereiland en Zuidereiland, ongeveer 77%, 15% blijft liever in het hoge noorden in het warmere water en komen niet verder dan East Cape of Cook Strait, 8% blijft het liefst in de koudere wateren en komen nooit boven Ban
Veel soorten leven in de kustwateren rond zowel het Noordereiland en Zuidereiland, ongeveer 77%, 15% blijft liever in het hoge noorden in het warmere water en komen niet verder dan East Cape of Cook Strait, 8% blijft het liefst in de koudere wateren en komen nooit boven Ban
- De Thornfish is een vis van maximaal 25 centimeter lang die in ondiepe poelen langs rotsachtige kusten leeft. Ze danken hun naam aan de stekels op hun voorste rugvin en naast hun kieuwen. Met hun buik-, borst- en anaalvin leunen ze op de bodem. Ze zijn olijfbruin tot zilver rood met rode, groene, oranje, roze en witte details. Ze eten wormen en kreeftachtigen van de bodem met een serie hele kleine tandjes.
- Brotula zijn is een aalachtige groep vissen. In de Nieuw-Zeelandse wateren leven drie endemische soorten, de Grey Brotula rond het Noordereiland, de Pink Brotula aan de noordoost kust van het Noordereiland en de Fiordland Brotula aan de kust van Fiordland op het Zuidereiland. De Grey Brotula legt eitjes, de andere twee zijn levendbarend. Grey Brotula worden ongeveer een meter lang en leeft op grote diepte rond de 2000 meter, de Pink en Fiordland Brotula worden slechts 6 centimeter lang en leven in ondiep water.