Een witte Kerst? Dat kun je vergeten!
Omdat Nieuw-Zeeland op het zuidelijk halfrond ligt is het de wereld op z'n kop. Is het hier zomer dan is het daar winter en vice versa. Is hier de zomer net voorbij dan staat hij daar op het punt te beginnen, met een beetje timing kun je dus een hele lange zomer hebben.
Daarbij hoort dan ook een zomerse Kerst en een heet Nieuwjaar, en dat is best even wennen. Na een dagje strand op 1e Kerstdag ben je daar echter gauw overheen. Je loopt echter wel het gevaar dat je vervolgens bij vertrek van de ene winter naar de volgende winter gaat.
De seizoenen verlopen als volgt :
Daarbij hoort dan ook een zomerse Kerst en een heet Nieuwjaar, en dat is best even wennen. Na een dagje strand op 1e Kerstdag ben je daar echter gauw overheen. Je loopt echter wel het gevaar dat je vervolgens bij vertrek van de ene winter naar de volgende winter gaat.
De seizoenen verlopen als volgt :
- Zomer : december, januari, februari
- Herfst : maart, april, mei
- Winter : juni, juli, augustus
- Lente : september, oktober, november
Andere tijden
Tot een paar jaar geleden was het reizen naar Nieuw-Zeeland op meerdere fronten een reis in de tijd. De piloot maakte gekscherend grapjes dat de reizigers bij het binnenvliegen van het Nieuw-Zeelandse luchtruim een tijdreis van 30 jaar terug in de tijd hadden gemaakt. Het leven was trager, simpeler en goedkoper. Niemand ontkomt echter aan vooruitgang en dus is het sociaaleconomische tijdreizen een stuk minder opvallend als voorheen. Je reist nog steeds in de tijd als je naar Nieuw-Zeeland gaat, maar dan vooruit, op de klok.
Wanneer wij in de wintertijd leven zitten ze in Nieuw-Zeeland in de zomertijd. Dat komt in de praktijk neer op een tijdsverschil van 12 uur. Is het hier dus middernacht, dan zitten ze daar aan de lunch, ze leven in de toekomst.
Dat is lekker makkelijk met naar huis bellen, geen gereken, 9 uur in de avond is 9 uur in de ochtend, simpel. Wanneer wij echter weer in de zomertijd leven gaat Nieuw-Zeeland de wintertijd weer in en veranderd het tijdsverschil naar 10 uur. Dan moet je ineens op gaan passen, 9 uur 's avonds in Nederland is dan ineens 7 uur 's ochtend daar.
Ook hanteren ze in Nieuw-Zeeland de 12 uurs klok, ze tellen dus niet verder dan 12 en beginnen dan gewoon weer opnieuw. Door middel van het gebruik van AM, ante meridiem, en PM, post meridiem, weet je of het voor of na 12 uur in de middag is.Bij 12:00 uur in de middag ga je uit van 12pm, middernacht is 12am. Een tijdsaanduiding als 19:30 kunnen ze daar dus weinig mee, dit wordt in Nieuw-Zeeland geschreven als 7:30 pm.
Nog een opvallend verschil met onze tijdsaanduiding zit hem in de halfjes. Als wij "Half twaalf" zeggen bedoelen we 11:30 uur (of 23:30), zeg je daar "Half twelve" dan bedoel je echter 12:30 uur. De half zit in Nieuw-Zeeland dus na het uur terwijl die bij ons voor het uur zit. Pas dus op en komt niet een uur te laat!
Wanneer wij in de wintertijd leven zitten ze in Nieuw-Zeeland in de zomertijd. Dat komt in de praktijk neer op een tijdsverschil van 12 uur. Is het hier dus middernacht, dan zitten ze daar aan de lunch, ze leven in de toekomst.
Dat is lekker makkelijk met naar huis bellen, geen gereken, 9 uur in de avond is 9 uur in de ochtend, simpel. Wanneer wij echter weer in de zomertijd leven gaat Nieuw-Zeeland de wintertijd weer in en veranderd het tijdsverschil naar 10 uur. Dan moet je ineens op gaan passen, 9 uur 's avonds in Nederland is dan ineens 7 uur 's ochtend daar.
Ook hanteren ze in Nieuw-Zeeland de 12 uurs klok, ze tellen dus niet verder dan 12 en beginnen dan gewoon weer opnieuw. Door middel van het gebruik van AM, ante meridiem, en PM, post meridiem, weet je of het voor of na 12 uur in de middag is.Bij 12:00 uur in de middag ga je uit van 12pm, middernacht is 12am. Een tijdsaanduiding als 19:30 kunnen ze daar dus weinig mee, dit wordt in Nieuw-Zeeland geschreven als 7:30 pm.
Nog een opvallend verschil met onze tijdsaanduiding zit hem in de halfjes. Als wij "Half twaalf" zeggen bedoelen we 11:30 uur (of 23:30), zeg je daar "Half twelve" dan bedoel je echter 12:30 uur. De half zit in Nieuw-Zeeland dus na het uur terwijl die bij ons voor het uur zit. Pas dus op en komt niet een uur te laat!
Je zit er warmpjes bij
Met een jaarlijks maximum gemiddelde van 10°C in het zuiden en 15°C in noorden is het warmer dan Nederland met een landelijk jaargemiddelde van 10°C.
De hoogst gemeten temperatuur van Nieuw-Zeeland ooit is 42°C, de laagste -22°C. Sommige delen van het land hebben zo goed als nooit vorst, in andere delen vriest het redelijk vaak in de winter maar is een nachttemperatuur van -12°C een zeldzaamheid. Het kan binnen een klein gebied wel al erg verschillen, in Auckland zij bij het ene meetstation acht nachten onder nul gemeten terwijl bij een ander meetstation het al 65 jaar niet meer is voorgekomen.
Over het algemeen liggen de gemiddelde temperaturen in de zomer en winter niet ver uit elkaar. In de meeste delen van het land is het ongeveer 8°C, in Central Otago loopt het op tot 14°C.
Per 300 meter hoogteverschil daalt de temperatuur 2°C. Ook andere factoren zoals wind en zonnekracht spelen een belangrijke rol in de gevoelstemperatuur.
Zonuren
De zon maakt verreweg het grootste verschil. De UV index in Nieuw-Zeeland is een stuk hoger dan we die gewend zijn in Nederland. Door de schone atmosfeer en de stand te opzichte van de zon verbrand je in Nieuw-Zeeland veel sneller, zowel in de zomer als ook in de winter.
Eén van de allerbelangrijkste dingen in het leven van een Nieuw-Zeelander is daarom dus zonnebrand, factor 30 of hoger.
Blenheim, Nelson/Motueka en Whakatane hebben de meeste zonuren per jaar, vaak meer dan 2350. De Bay of Plenty en Napier hebben maar ietsjes minder zonuren en het landelijk gemiddelde ligt op ongeveer 2000. Het regenachtige Westland haalt toch nog 1800 zonuren en Southland komt aan 1700 zonuren, dat is alsnog gemiddeld meer dan 4.5 uur per dag.
Neerslag
Er is ook een flink verschil in neerslag tussen de verschillende gebieden, dit heeft vooral te maken met het landschap en de omliggende wateren. Op het Zuidereiland spelen vooral de bergen daarbij een enorme rol. Vochtige lucht die vanaf zee op de bergen botst loost daarbij haar regen. Voor de bergen ten westen van de Southern Alps is het dus enorm nat (tot 8000mm per jaar) en achter de bergen in Central Otago erg droog (tot 300mm per jaar)
Op het Noordereiland is het vooral het zeewater dat een rol speelt.
De zomer van 2010/2011 was erg droog en grote delen van het land hadden last van branden, stofstormen en slechte oogsten.
De hoogst gemeten temperatuur van Nieuw-Zeeland ooit is 42°C, de laagste -22°C. Sommige delen van het land hebben zo goed als nooit vorst, in andere delen vriest het redelijk vaak in de winter maar is een nachttemperatuur van -12°C een zeldzaamheid. Het kan binnen een klein gebied wel al erg verschillen, in Auckland zij bij het ene meetstation acht nachten onder nul gemeten terwijl bij een ander meetstation het al 65 jaar niet meer is voorgekomen.
Over het algemeen liggen de gemiddelde temperaturen in de zomer en winter niet ver uit elkaar. In de meeste delen van het land is het ongeveer 8°C, in Central Otago loopt het op tot 14°C.
Per 300 meter hoogteverschil daalt de temperatuur 2°C. Ook andere factoren zoals wind en zonnekracht spelen een belangrijke rol in de gevoelstemperatuur.
Zonuren
De zon maakt verreweg het grootste verschil. De UV index in Nieuw-Zeeland is een stuk hoger dan we die gewend zijn in Nederland. Door de schone atmosfeer en de stand te opzichte van de zon verbrand je in Nieuw-Zeeland veel sneller, zowel in de zomer als ook in de winter.
Eén van de allerbelangrijkste dingen in het leven van een Nieuw-Zeelander is daarom dus zonnebrand, factor 30 of hoger.
Blenheim, Nelson/Motueka en Whakatane hebben de meeste zonuren per jaar, vaak meer dan 2350. De Bay of Plenty en Napier hebben maar ietsjes minder zonuren en het landelijk gemiddelde ligt op ongeveer 2000. Het regenachtige Westland haalt toch nog 1800 zonuren en Southland komt aan 1700 zonuren, dat is alsnog gemiddeld meer dan 4.5 uur per dag.
Neerslag
Er is ook een flink verschil in neerslag tussen de verschillende gebieden, dit heeft vooral te maken met het landschap en de omliggende wateren. Op het Zuidereiland spelen vooral de bergen daarbij een enorme rol. Vochtige lucht die vanaf zee op de bergen botst loost daarbij haar regen. Voor de bergen ten westen van de Southern Alps is het dus enorm nat (tot 8000mm per jaar) en achter de bergen in Central Otago erg droog (tot 300mm per jaar)
Op het Noordereiland is het vooral het zeewater dat een rol speelt.
De zomer van 2010/2011 was erg droog en grote delen van het land hadden last van branden, stofstormen en slechte oogsten.
Auckland
gemiddelde temperatuur :
gemiddelde neerslag :
|
Wellington
gemiddelde temperatuur :
gemiddelde neerslag :
|
Nelson
gemiddelde temperatuur:
gemiddelde neerslag :
|
Dunedin
gemiddelde temperatuur:
gemiddelde neerslag :
|
Wind
De wind komt vooral uit het westen in Nieuw-Zeeland, ten noorden van Taranaki voornamelijk uit het zuidwesten. Op het Noordereiland neemt de wind over het algemeen af aan het eind van de zomer, begin van de herfst, op het Zuidereiland neemt de wind juist af in juli en augustus, hartje winter.
Wanneer de wind over de bergen wordt gestuwd veroorzaakt dit een föhn wind aan de oostkant van de bergen. De bergen remmen de wind aan de westkant juist enorm af, terwijl bij doorgangen zoals Cook Strait, Foveaux Strait en de Manawatu Gorge de wind just toeneemt door een trechter effect. Door dit effect heet Wellington daarom ook de 'Windy City', het waait er bijna altijd. Gemiddeld waait het er 173 dagen per jaar sneller dan 60 kilometer per uur, in vergelijking met de 30 dagen van Rotorua, 31 dagen van Timaru en 35 dagen van Nelson is dat enorm veel.
Hagel, donder, tornado's en sneeuw.
Hagel komt niet veel voor in Nieuw-Zeeland, gelukkig maar want met al die tuinbouw is hagel geen pretje. Gemiddeld zijn er 9 hagelbuien per jaar waarvan er wat meer in Canterbury, lage gebieden in Hawke's Bay en ten westen van Nelson vallen.
Tussen de 15 en 20 dagen per jaar is er een donderbui, deze stellen meestal weinig voor, in het oosten van het Zuidereiland zijn het er zelfs maar 5 per jaar.
Waikato en Bay of Plenty hebben over het algemeen de meeste tornado's, deze stellen echter ook weinig voor. Het zijn er ongeveer 15 tot 20 per jaar.
Het Noordereiland heeft een permanente sneeuwlaag boven de 2500 meter op sommige plekken op het centrale plateau. De sneeuwlijn daalt in pricipe nooit tot onder de 600 meter. Op het Zuidereiland ligt de sneeuwgrens zomers op ongeveer 2000 meter, alleen aan de westkust ligt hij lager omdat daar de Franz Josef en Fox Glacier tot op 300 meter boven de zeespiegel liggen. In Canterbury e Otago kan de sneeuw boven de 300 meter soms lang blijven liggen maar over het algemeen komt het zelden lager dan 1000 meter voor dat het heel lang ligt.
In de winter van 2011 waren er sneeuwbuien die tot op zeeniveau grote delen van het Zuidereiland en stukken rond Wellington met een flinke laag sneeuw bedekte. Veel bergpassen werden afgesloten en het verkeer ondervond enkele dagen hinder van de vele sneeuw.